40 dagentijd – dag 5
40 dagen bidden met de woestijnvaders
Bid, zing, huil, vecht, neem, lees en verwonder
Ga de komende veertig dagen mee op pad met de woestijnvaders . Met hun spiritualiteit en wijsheid helpen ze je om de 40-dagentijd in jouw persoonlijk getijdengebed vorm te geven en te verdiepen. Het project 40 dagen bidden met de woestijnvaders is onderverdeeld in 40 dagen en start op 18 februari 2015 (aswoensdag) met Dag 1 en eindigt op zaterdag 4 april met Dag 40. Let wel: de zondagen worden niet meegerekend in de 40 dagentijd.
40-dagentijd of lijdenstijd?
De veertigdagentijd (ook wel lijdenstijd genoemd) start 6 weken voor Pasen. Het getal 40 staat in de Bijbel symbool voor een tijd van verwachting en voorbereiding. De 40 dagentijd nodigt je uit om je te verdiepen het lijden en sterven van Jezus Christus. En om met een aandachtig hart toe te leven naar het moment dat Hij opstaat op Paasmorgen.
40 dagentijd – dag 5
Leesmenu 23 februari gaat over Lucas 6:36-40. Jezus leert zijn toehoorders lessen over het geduldig en liefdevol omgaan met de zwakheden, fouten en gebreken van anderen. Ben je uit op vergelding? Of durf je het oordeel bij God te laten? Kun je jezelf en de ander relativeren en de ander tegemoet te komen? Maar wat moeten die mensen met die boodschap van Jezus? In het Oude Testament hebben ze de wetten van vergelding (‘oog om oog, tand om tand’) toch van God zelf ontvangen?
De ander voortreffelijker achten dan jezelf
De woestijnvaders dachten voortdurend aan deze opdracht van Jezus, wanneer ze hun leerlingen het besef van rouwmoedigheid over de eigen fouten en zonden voorleefden. Door zelf het goede voorbeeld te geven. Een prachtig verhaal over een royale en milde omgang, met enige humor, illustreert deze houding.
Hoe de abba zijn leerling op zijn fout wees
Een grijsaard werd ziek en was vele dagen niet in staat om voedsel tot zich te nemen. Zijn leerling smeekte hem om een honingkoekje voor hem te mogen bereiden. Hij ging het klaarmaken en diende het vervolgens op. Nu hing er een kruik met lijnzaadolie, die vies ruikt en voor de lamp dient. De broeder nu vergiste zich en gebruikte lijnzaadolie in plaats van honing voor het gerecht van de grijsaard. De grijsaard proefde het wel. maar zei geen woord en at het zwijgend op. De broeder spoorde hem aan om er nog wat van te nemen. Hij deed zich geweld aan en at opnieuw. Toen bood hij het hem voor de derde maal aan. Maar hij wilde er niet meer van nemen en zei: ‘Heus, ik kan niet eten, kind.’ Waarop deze vol ijver antwoordde: ‘Het is toch zo lekker, abba. Kijk, dan eet ik met u mee.’ Nauwelijks had de leerling er iets van geproefd of hij wierp zich met het aangezicht ter aarde en zei:’ Wee mij , abba, ik heb u om het leven gebracht, en u hebt de fout op mij geladen door niets te zeggen. Toen sprak de grijsaard: ‘Kind zit er niet over in. Als God gewild had dat ik honing at, had jij er honing in gedaan.’
Anonieme Vaderspreuk 151
De tekst in deze uitgave is ontleend aan: Woestijnvaders – een speurtocht door de vaderspreuken, pag. 51, 52. Christofoor Wagenaar© 1981 Nijmegen.
Lessen in nederigheid
Voor een abba was het een terugkerende opgave om zijn leerlingen te leren leven met een aandachtig en aanbiddend hart. Dat betekende nog al eens schipperen tussen zichzelf blootstellen aan de onhandigheid van die leerling en de noodzakelijke eenzame afzondering zoeken voor gebed. Zo moesten abba’s hun pupillen leren verduren die nog moest groeien in fijngevoeligheid en onderscheidingsvermogen. Dat vroeg om zelfbeheersing en respect voor de ander, zoals Vaderspreuk 151 laat zien.
Geestelijke onervarenheid stilzwijgend ondergaan?
Het verhaal brengt de enthousiaste leerling in beeld, die zich weinig opmerkzaam toont. De oude grijsaard eet zwijgzaam, zonder goed- of afkeuring. Voor de leerling een belangrijk gemist signaal. Hij had op z’n minst kunnen vragen of het zijn abba smaakte. Maar overtuigd van zijn eigen gelijk, dramt hij door. Hij dringt zijn goede bedoeling aan de abba op. Pas bij de 3e poging ontdekt hij zijn fout. Om die vervolgens niet toe te geven, maar zijn abba de schuld te geven. Geestelijke onervarenheid. Overmoed.
Humor, vergeving en troost
De reactie van de abba getuigt van bewonderenswaardige eenvoud. Hij uit geen kritiek. Hij stelt wel een grens: ‘Heus, ik kan niet eten, kind’. Een subtiele hint dat iets niet in orde is. Met hemzelf. Of met het eten. Maar het hoogtepunt van het verhaal is toch wel de milde humor waarmee hij de jongeman ten slotte vergeeft en troost, wanneer die zijn fatale vergissing ontdekt en het schaamrood zich langzaam tot diep in zijn ziel verspreid. ‘Als God gewild had dat ik honing at, had jij er honing in gedaan.’ Wat een vondst!
Omgaan met fouten van jezelf en anderen
40 dagentijd-dag 5 gaat over het leren omgaan met fouten en zwakheden. Niet alleen van de ander. Ook van jezelf. Er zijn heel wat mensen die ernstig lijden onder een hard regime voor zichzelf: elke nalatigheid of onoplettendheid wordt streng veroordeeld door het geweten. Dat lijkt op het eerste gezicht wel mooi maar dat is een truuc van Satan. Hem is er alles aan gelegen om jou te beroven van je innerlijke vrede. Van het aanvaarden en genieten van Gods liefde en genade voor jou. En voor anderen.
©Elise G. Lengkeek
Noot
De wijsheid die ze leerden door uitsluitend te leven van Gods goedheid en genade, deelden ze in woorden en daden met hun leerlingen. Met zo min mogelijk woorden, maar zonder iets voor ze achter te houden. Het waren die leerlingen die allerlei uitspraken en herinnerde voorvallen verzameld en gebundeld hebben tot een geschrift met de verzamelnaam Vaderspreuken (in het Grieks: Apophthegmata).
Christofoor Wagenaar, monnik van de trappistenabdij te Westenmalle, schrijft in ‘Woestijnvaders – een speurtocht door de vaderspreuken’ dat de 1e redactie van deze nooit afgesloten bundeling moet hebben gelegen tussen de jaren 450 en 500. De invloed van deze verzameling spreuken heeft door een alle eeuwen heen een belangrijke bijdrage geleverd aan de spirituele bagage van vele gelovigen.