Leesmenu 21 januari
Het getijdengebed bid je bij voorkeur op de ‘scharnierpunten’ van de dag. Dus wanneer voor jou de morgen, de middag, de avond of de nacht begint. De Bijbellezingen voor de lectio divina vandaag vind je in Leesmenu 21 januari.
Morgengebed lezing
- Psalmen 105 verzen 1-16
- Genesis 40
Keer terug naar Morgengebed
Middaggebed lezing
- Psalmen 105 verzen 17-45
- Matteüs 19
Keer terug naar Middaggebed
Avondgebed lezing
- Psalmen 106 verzen 1-27
- Genesis 41
Keer terug naar Avondgebed
Nachtgebed
- Psalmen 106 verzen 28-48
- 1 Korintiërs 3
Keer terug naar Nachtgebed
Leesmenu 21 januari – Dagtekst
De schenker denkt aan Jozef
8 De volgende ochtend liet de farao alle wijze mannen van Egypte bij zich komen. Hij vertelde hun wat hij gedroomd had. Want hij maakte zich zorgen over die dromen. Maar niemand kon hem vertellen wat de dromen betekenden.
9 Toen zei de wijnschenker: ‘U weet dat ik een tijd geleden een fout gemaakt heb. 10 U was toen woedend op mij en op de bakker. En u stuurde ons naar de gevangenis. 11 Daar hadden wij op een keer allebei een droom. Het waren bijzondere dromen, maar ze waren heel verschillend. 12 Er was in de gevangenis ook een jonge Hebreeuwse man. Hij was slaaf geweest bij de man die de leiding heeft over de lijfwacht. Toen we aan hem onze dromen vertelden, heeft hij ze uitgelegd.
13 En daarna gebeurde er precies wat hij gezegd had. Ik mocht weer schenker zijn en de bakker werd opgehangen.’
De farao laat Jozef halen
14 Toen liet de farao snel Jozef uit de gevangenis halen. Jozef werd geschoren en hij kreeg schone kleren aan. Daarna ging hij naar de farao.
15 De farao zei: ‘Ik heb gedroomd. En niemand kan me vertellen wat die droom betekent. Maar ik heb gehoord dat jij elke droom kunt uitleggen.’
16 ‘O nee,’ zei Jozef. ‘Dat kan alleen God. Ik hoop dat hij een goede boodschap voor u heeft.’
Avondgebed: Genesis 41: 8-16
De tekst in deze uitgave is ontleend aan: Bijbel in Gewone Taal © 2014 Nederlands Bijbelgenootschap.
Wie kan farao’s dromen uitleggen?
Dromen uitleggen: in de tijd waarin farao twee verontrustende dromen krijgt, is het een ‘vak’ dat de priesters, geleerden of magiërs beoefenen. Maar geen van hen weet raad met deze bijzondere dromen van de farao. Ineens herinnert de hofschenker van farao zich iemand in de gevangenis die hem en zijn medegevangene – de hofbakker – precies kon vertellen wat hun dromen betekenden. En hoe allebei die dromen ook exact zo uitkwamen.
Jozef wijst van zichzelf af naar God
Farao informeert wie dat dan wel mag zijn. Het blijkt Jozef te zijn, een Hebreeër, een jonge slaaf die door Potifar in de gevangenis is gegooid op verdenking van overspel met zijn vrouw. Dat het op basis van valse beschuldigingen van Potifars vrouw gebeurde, omdat ze Jozef niet kon verleiden, paste niet in het rechtssysteem van die tijd. Een slaaf had immers geen rechten. Maar farao wil die jongeman nu zelf wel eens spreken. Jozef wijst van de hand dat hij dit kan. Hij wijst op God die het hem openbaart.
©Elise G. Lengkeek
Deel dit bericht via Twitter